Harry’s focus op Israel 725

Beste mensen,

De coronacrisis houdt ons allemaal bezig. Vooral de uiteindelijke gevolgen voor de economie, het sociale leven, de sportevenementen en ga maar door, zullen indringend anders zijn.

Gisteren vierde Nederland de verjaardag van onze koning Willem Alexander. Op een andere manier dan we gewend zijn. Op de verschillende beelden die ik zag van gesprekken die het koninklijk gezin via de computer met een veelheid van mensen uit de bevolking voerde, was duidelijk te zien hoe populair ze zijn. Indrukwekkend was het spelen van het Wilhelmus om 10 uur.
Het deed mij denken aan het verleden en aan April 1940.

Mijn moeder kwam oorspronkelijk uit Schmallenberg in Duitsland. Ook twee van haar drie zussen waren met jongemannen uit Winterswijk getrouwd. De drie zwagers reisden in familieverband vele keren op en neer naar Schmallenberg. Dat was niets bijzonders en voor de grenspolitie geen aanleiding om argwaan te hebben. Ook omdat mijn vader vloeiend Duits sprak. Vóór 1933 had hij zowel met de grenspolitie als met de douane een goede relatie en die relatie bleef, ook na de machtsovername in de jaren dertig in Duitsland. Hij had hun vertrouwen. In die periode raakte vader betrokken bij spionageactiviteiten voor de Britse inlichtingendienst. Er was destijds in Nederland een spionagenetwerk actief dat moet hebben doorgehad wat zich afspeelde in die grensstrook. Waarschijnlijk werd vader daarom begin oktober 1939 gearresteerd en verhoord op het politiebureau in Winterswijk

Na zijn vrijlating verhuisde hij naar Den Haag, “achter de waterlinie”, daar was het veilig. En ook daar behield hij uiteraard zijn informatiebronnen. Via hen moet hij op de hoogte zijn gebracht van de dreigende situatie, want in april 1940 liet hij moeder, mijn broer en mij met grote spoed overkomen uit Winterswijk naar het huis dat hij huurde in Scheveningen, aan de Maastrichtsestraat 102.’

Op 10 mei 1940 brak in Nederland de oorlog uit. Vier dagen later was het land bezet. Die dag reed ik met vader op de Oude Scheveningseweg. Overal zagen we Nederlandse soldaten aan de kant van de weg zitten. Een ongewoon beeld. Vader stopte en vroeg een van de soldaten wat er aan de hand was. Nederland had de wapens neergelegd. Van dat bericht was vader duidelijk aangeslagen.

Hij wist voldoende: “Nederland heeft gecapituleerd. Mijn leven en dat van mijn gezin is in gevaar.” Hij moet ten einde raad geweest zijn. Eenzaam ook. Zijn Engelse opdrachtgever kon hem op dat moment niet helpen en wat hij van de Nederlandse overheid mocht verwachten, was in oktober 1939 al duidelijk geworden tijdens zijn arrestatie in Winterswijk.

In stilte reden we terug naar huis. We luisterden naar de radio. Het Wilhelmus werd tweemaal gespeeld. Die middag gebeurde er iets raars. Hoewel het een zomerse dag was, sloten mijn ouders de ramen en maakten de kolenhaard aan. Niet voor de warmte, zo bleek. Die middag verbrandden mijn ouders dozen vol documenten die blijkbaar niet in Duitse handen mochten vallen.

In de nacht van 14 op 15 mei moet vader in de haven naar een boot gezocht hebben om ons, en hem, naar Engeland te brengen. Helaas lukte dat niet. En op 15 mei, hij moet in doodsangst geweest zijn, maakte hij een eind aan zijn leven. Hij was toen negenendertig.

Mijn moeder, mijn broer en ik overleefden de oorlog. Ik zette me in om invalide soldaten en slachtoffers van terreur te helpen, het laatste doe ik nog steeds.

Het Wilhelmus deed me ook aan een andere gebeurtenis denken. Lang geleden was er een groep invalide Israëlische soldaten in Nederland voor een vakantie. Ze werden, ik was daarbij, ontvangen op Soestdijk, waar de toenmalige koningin Juliana hen toesprak en van iedere soldaat wilde weten hoe het kwam dat hij invalide was geraakt. We zongen samen het Wilhelmus en het Hatikva, het Israëlische volkslied, het was een indrukwekkende bijeenkomst.

Ik wens u allen nog vele jaren, blijf gezond en doe voorzichtig en vergeet onze stichting niet. De slachtoffers van terreur hebben juist nu onze hulp hard nodig.

Shalom, Harry Nihom


Uw bijdrage kunt u overmaken op Stichting Lechaim, rekeningnummer NL87RABO0117723800
of doneer via Paypal op www.stichtinglechaim.nl/donatie