Harry’s focus op Israel 638

Israel, 20 februari 2017

Beste lezer,

Verwijzend naar mijn vorige nieuwsbrief, waarin de nodige aandacht is besteed aan de herdenking van de Holocaust heb ik diverse reacties ontvangen. Gezien de kreet van deze internationaal herdachte dag, “nooit meer”, en het groeiende antisemitisme, besloot ik een levensbeschrijving van mij te maken en hier toe te voegen, namelijk vanaf het moment dat ik bewust werd geconfronteerd met de algemene situatie destijds.
Onder de kop “Mijn oorlogsjaren = de Holocaust = 1933-1945” ontvangt u 3 hoofdstukken.
Ik ben voornemens om mijn belevenissen als Holocaust-overlevende ook onderdeel te maken van mijn spreekbeurten in Nederland.

Deel 1 van: Mijn oorlogsjaren – Vader smokkelt Joden

Wij woonden in Winterswijk in de Spoorstraat langs de Duitse grens, waar mijn vader een grossierderij had in suikerwaren. De synagoge was in dezelfde straat en werd door ons zeer regelmatig bezocht.
In het begin van de dertiger jaren was er thuis al een bepaalde spanning te voelen. Maar als kind had ik het gevoel dat dit een verschil van mening was af en toe van vader en moeder. Ik bracht dat niet in verband met het feit dat wij regelmatig Duitse families in huis hadden. Dat waren families die na korte tijd elders werden ondergebracht, of naar o.a. Australië emigreerden.

Toen ik in 1937 in de 4e klas van school C zat, vroeg meester Langedijk mij om met hem als Sinterklaas Zwarte Piet te spelen en de diverse dorpen in de omgeving te bezoeken. Ik vertelde dit met een stralend gezicht aan mijn moeder. Toen vader thuiskwam, riep hij mij. In de slaapkamer nam hij mij op zijn knie en zei: Jammer voor jou, maar dat vind ik niet goed. Ik ben veel te bang dat ze je ergens vasthouden en je pas terugsturen als ze jou voor mij kunnen inwisselen. Je verzint maar een motief. Continue reading